Interview met Cécé Koly en Gerard van Dijk (ongeveer 1997)
Cécé Koly kwam in 1993 naar Nederland. Na vijftien jaar lang met het gezelschap "Kotéba" in de hele wereld optredens verzorgd te hebben met West-Afrikaanse dans-en percussiemuziek vond hij het tijd voor iets anders. Cécé is afkomstig uit het uiterste zuiden van het land Guinée dat Conakry als hoofdstad heeft. Hij komt eigenlijk uit een bijzonder gezin want zijn vader was weg-en waterbouwkundige. Bijna iedereen in Guinée was en is echter landbouwer en dat betekent daar meestal erg arm. Omdat zijn vader ook elders gedetacheerd werd kwam Cécé ook in andere gebieden van Guinée te wonen. Zo verruimde hij zijn horizon. Cécé bleek als kind al zeer muzikaal te zijn. Zo begeleidde hij zijn oom een aantal jaren wanneer deze optrad met zijn ngolo Ngoni, een harpachtig tokkelinstrument waarmee zeer gevoelige muziek gemaakt wordt. | ![]() |
Wonend in het mooie Nzérékoré vlakbij de op een na hoogste berg van Afrika kwam hij ook veelvuldig in kontakt met de culturen en muziekstijlen uit de zeer nabijgelegen landen Sierra Leone, Mali, Liberia en Ivoorkust.
In Ivoorkust volgde hij in de hoofdstad Abidjan een opleiding als acteur en muzikant. Al tijdens die opleiding begon hij bij te verdienen door in deze wereldstad optredens te verzorgen. Hij bekwaamde zich als danser, bassist, acteur en percussionist. Uiteindelijk werd het bespelen van de bastrommels doun-doun, sangban en kenkeni zijn grote passie. Zijn kwaliteiten als "doundounfola" ofwel "hij die de doundoun doet spreken" zijn onovertroffen. Daarom maakt hij ook al een aantal jaren deel uit van de groep "Sewa Kan". Deze groep wordt geleid door de wereldberoemde "djembéfola" Mamady Keïta. Samen met Keïta en enkele anderen maakte hij dit voorjaar de prachtige CD Afö. Op deze CD is traditionele muziek vastgelegd in een kwaliteit die vroeger onvoorstelbaar was. Vroeger werden de opnames buiten op lokatie gemaakt temidden van krekels en andere bijgeluiden door goedwillende volkenkundigen of in Europa door westerse technici zonder enig inzicht in en gevoel voor de muziek.
Helemaal traditioneel kan men de muziek op de CD's niet noemen want eigenlijk duurt één muzikaal thema urenlang; vaak zelfs een hele nacht. Enthousiaste dansers die in de dansende kring springen dagen de percussionisten dan voortdurend uit te laten horen waartoe ze in staat zijn. Steeds andere percussionisten zorgen ervoor dat het feest pas op hoeft te houden bij de dageraad. Dergelijke feesten worden gehouden bij bijvoorbeeld een besnijdenis, de oogst, het arriveren van een belangrijke gast, het begin van de jacht of een begrafenis. Op de CD's worden meerdere thema's gespeeld. Door melodie-instrumenten als zang, balafoon, fluit en uiteraard enerverende percussiesolo's op douns en djembé wordt men meegenomen in een muzikale wereld die letterlijk en figuurlijk veel dichterbij ligt dan we denken ! Veelal gaat het om drie-en vierkwartsmaten waarop het gewoon lekker dansen is. Zo kan in de Spaanse flamencomuziek duidelijk het polyritmische handgeklap herkend worden waarmee West-Afrikaanse vrouwen nu nog hun harde werkzaamheden begeleiden. Ooit moeten die ritmes via de slavenhandel of via de handelsroutes door de Sahara in het moorse Spanje terecht zijn gekomen. De met de handen en met andere eenvoudige middelen gemaakte complexe ritmes werden overgenomen door de mannen; toen de smeden trommels begonnen te maken. De muziek van het Mandingue-rijk waaierde vervolgens uit over Zuid-en Midden Amerika. Naast optredens verzorgt Cécé ook lessen en workshops in het bespelen van de bastrommels. Workshops geeft hij wereldwijd ! Zo gaf hij in augustus in Japan een serie zeer succesvolle Workshops. Hij tekende dan ook na afloop een kontrakt om jaarlijks terug te komen en de zeer enthousiaste Japanners meer te leren.
Ook in Frankrijk, België, Oostenrijk en Duitsland is hij een graaggeziene leraar. Na afloop van een Workshop deze zomer op een landgoed in Zuid-Frankrijk werd hij tijdens het afscheidsfeest letterlijk door zijn leerlingen op handen gedragen ! Twee in de percussieschool van Mamady Keïta in Brussel te houden Workshops waren binnen een dag volgeboekt. Zijn enthousiasme is aanstekelijk en zijn deskundigheid als leraar overduidelijk.
Cécé woont, sinds zijn komst naar Europa, in Nijmegen. Hij is erg blij in Nederland en Nijmegen te wonen. In de meeste Europese landen komt het respect voor iemand met een andere huidskleur vaak pas nadat men ontdekt heeft dat er een volwaardig mens achter verscholen gaat. In Nederland heerst meer het besef dat we zelf altijd al een smeltkroes van culturen zijn geweest. Hier begint men met respect ! Dat ervaart hij als hartverwarmend.
In 1996 ontmoette Gerard van Dijk, Cécé Koly. Gerard van Dijk bladerde vroeger als kind, toen een oom in Canada woonde al altijd door atlassen. Halverwege zijn landbouwkundige opleiding toog hij samen met zijn vrouw Agnes naar Tanzania in Oost Afrika. Daar woonden ze, onder de hoede van een vroegere missionaris, een half jaar in een blikken hut in een net opgericht pionierdorpje. Ze hadden geen stoelen, geen koelkast, geen stenen vloer, geen gas en elektriciteit, geen vervoer en geen stromend water. Maar wel een goed bed, genoeg te eten en bijna elke dag uitzicht op giraffen, olifanten en apen. Het intense kontakt met de natuur en de mens die er in probeert te overleven maakte het verblijf ondanks alle ongemakken fascinerend. |
Toen zijn cultuurtechnische opleiding erop zat, solliciteerde hij via het Ministerie van Buitenlandse Zaken op een baan in het buitenland. Als erosiedeskundige was hij vervolgens vier jaar werkzaam in Burkina Faso in West Afrika. Zijn vrouw kon haar verpleegkundige capaciteiten daar inzetten. Zeventien jaar geleden kwamen ze, versterkt met een zoon, terug. Afrika is nooit meer uit hun hart weggegaan.
Gerard vindt het uiterst triest dat het rijke Europa zo makkelijk heenstapt over zoveel armoe en ellende elders. Een niet-vlottende bevalling betekent in de meeste landen van Afrika nog steeds een wisse dood voor moeder en kind. Hoewel dit langzaam verandert draaien de V.S. en Europa nog steeds hun handen niet om voor het steunen van corrupte en gevaarlijke leiders.
Bij de positieve herinneringen horen de warme kontakten met de vlotte bevolking. Een ander warm souvenir uit Afrika is de muziek. De Afrikaanse muziek is een toonbeeld van menselijke kunstzinnigheid, energie en levenslust. Net als de mens in zijn dagelijkse strijd om het bestaan blijft de muziek dicht bij de natuur. Ritmisch en daarom rechtstreeks afkomstig uit en bedoelt voor het ruggemerg. De Afrikaanse polyritmiek ontspant de mens, ook volgens wetenschappelijke onderzoek, geweldig ! Dat is waar de mens na een periode van werken zowel hier als in Afrika behoefte aan heeft.
Een trommel raakte Gerard in Afrika nooit aan. Muziek was al wel altijd een van zijn fascinaties. Hij vulde daarom in Afrika wel zijn uitgebreide muziekcollectie aan ! Wel kreeg hij meer en meer behoefte om een oude droom van vroeger uit te doen komen namelijk om ook zelf een muziekinstrument te beheersen. Hij leerde wat gitaar en piano spelen maar vond dit een te geïsoleerde bezigheid. Hij kocht een bongo en later een djembé en wist: Afrikaanse percussie dat is het ! Hij nam lessen in het bespelen van de djembé en later de douns.
Toen hij op zoek was naar een Guinéese percussieleraar ontmoette hij Cécé Koly en Oumar Dioubaté. De zeer getalenteerde en gedreven Guinéese Oumar Dioubaté geeft in Nijmegen en andere steden les in het bespelen van de djembé. Hij maakt ook deel uit van de groepen "Africa Soli" en "Nimba". De laatste groep maakt muziek van wereldklasse maar bestaat bijna volledig uit in Nijmegen woonachtige Guinéese musici ! Gerard was evenwel op zoek naar een professionele doun-dounleraar.
Een aantal begaafde Nijmeegse djembéspelers had al een tijdje ontdekt dat de wereldberoemde Mandinguepercussie niet alleen met djembés gemaakt wordt, maar altijd aangevuld wordt met bastrommels en vaak ook zang, balafoon (een soort xylofoon) en kleine percussieinstrumenten ! Hierdoor ontstaat een nog fascinerender en veel boeiender klankbeeld. Sommigen hadden zich er ook al behoorlijk in bekwaamd. Uit die groep mensen ontstond de "blanke" groep "Percussion Inibara". Acht getalenteerde percussionisten die niet alleen samen muziek wilden maken maar daar ook mee op wilden treden. Ze vonden in Cécé Koly de juiste leraar. In anderhalf jaar tijd stoomde hij de groep klaar.
Van enkele tientallen thema's werden de dounpartijen aangeleerd. De bandleden leerden zingen en bewegen tijdens het spelen en nog veel meer.
Een bandlid leerde al een aantal jaren de balafoon te bespelen (onder anderen van de ook al in Nijmegen wonende meester-balafonisten Cissoko en Lansana Camara). Enkelen begonnen Koralessen te nemen bij de Nijmeegse Lamin Kuyateh. De romantisch klinkende Kora (een harpachtig instrument ter grootte van een cello) kan voor rustpunten in het spetterende percussie-en dansspektakel zorgen.
Dansers, onder andere geschoold door de ook al in Nijmegen wonende Nijmeegse Bebey Youla, voegden zich ook bij de groep.
Het gevolg is dat Percussion Inibara nu complete optredens verzorgt bij gelegenheden waar je eerder een gewoon orkestje verwacht zoals op personeelsfeesten, jubilea, openingen of recepties. Meestal inclusief een professioneel gebrachte dansworkshop. Ook bij een optreden in een verpleeg-of verzorgingstehuis. Gerard vindt het spijtig dat juist deze instellingen zo krap bij kas zitten want de reacties op een avondje Afrika zijn altijd hartverwarmend.
Gerard van Dijk spreekt vloeiend frans en kent de West-Afrikaanse cultuur en mentaliteit. Uit de contacten tussen hem en Cécé ontstond dan ook een vriendschap die al tot heel wat geleid heeft. Onder andere gaven ze een tijd lang samen les en organiseerden ze samen twee keer per jaar workshops. Sinds 2005 verblijft Cécé in Barcelona.
Met digitale studio-apparatuur werden bijvoorbeeld opnames gemaakt van de tedere Ngoni-muziek zoals Cécé die vroeger van een beroemde oom leerde. Eindresultaat moest primair een cassette worden die in Guinée uitgegeven wordt. De gemaakte opnames zijn van een kwaliteit waarvan men in het zuiden van Guinée alleen maar kan dromen.
Het jongste resultaat van hun samenwerking is dat ze samen doun-doun, sangban en kenkenilessen en workshops geven. Bedoeling van beiden is om mensen niet alleen de techniek en de ritmes te leren maar ook om eraan te werken dat de deelnemers al heel snel het gevoel krijgen dat ze voor een publiek kunnen spelen samen met bijvoorbeeld djembéspelers. Het leuke van deze lessen is volgens Gerard van Dijk dat je in feite al na een of twee uur oefenen samen met anderen echte Afrikaanse polyritmische muziek staat te maken en dat geeft een behoorlijke kick !
Wie graagt surft op het Internet moet eens de website van Sewa Kan opzoeken met nog veel meer informatie over Guinéese percussie. Ook leuk om in te zien is de Nederlandse site: Africaserver.
Copyright Inisoft, Gerard P.J.P. van Dijk, november 2015