Tips om deze muziek zelf (beter) te leren.
Zoek een goeie leraar. Iemand met een zwarte huidskleur kan best pas in Europa hebben leren trommelen en hoeft zeker niet een goede percussionist te zijn. Het is natuurlijk ook belangrijk dat je in een prettige sfeer les krijgt dus neem enkele proeflessen. Nogal wat (oudere) Afrikaanse leraren hebben met de zweep leren trommelen. Het volgen van lessen bij deze mensen hoeft geen genoegen te zijn omdat oude frustraties makkelijk naar buiten komen. Blanken geven vaak wat gestructureerder les en hebben vaak wat meer begrip voor jouw tekortkomingen. Kortom neem enkele (niet een) proeflessen en oordeel pas dan !
In deze website vindt je verder veel informatie over vanuit Nijmegen opererende voornamelijk Guineese leraren zoals Oumar Dioubaté (djembé), Cécé Koly (doun doun; inmiddels 2004 naar Spanje verhuisd), Mohammed Cissoko (balafoon, gitaar), Lamin Kuyateh (kora), Patrick Tromp (djembé, doun-doun, gezellige workshops) en de danslerares Miriam Koenen. Bezoek hun webpagina's voor meer informatie. Ze geven in verschillende plaatsen in Nederland les. De Afrikanen geven workshops in de hele wereld.
Aarzel ook niet om wat in je woonplaats rond te vragen. Vooral voor beginners is het wat overdreven om meteen een wereldberoemde percussionist als leraar te willen hebben. Afrikaanse leraren hebben het voordeel dat ze je meer in kunnen wijden in de wortels van de muziek; ze brengen je elke week weer eventjes naar Afrika (terugkomen doe je vanzelf !). Nederlandse leraren hebben het meestal ook niet van jongs af aan geleerd waardoor ze vaak wat meer gezocht hebben naar de structuur waarmee de ritmes in een thema allemaal in elkaar grijpen. Ze leggen dit dan meestal vast op papier. Hun aanpak is dus vaak wat technischer en meestal meer gestructureerd. Afrikanen werken niet met termen als vierkwartsmaat maar gebruiken andere leidraden. Bijvoorbeeld wat het belangrijkste begeleidingsritme is. Ze werken puur uit het hoofd. Het zegt veel over onze en hun culturele achtergrond. Beide manieren van leren spelen hebben verder hun voor-en nadelen en zijn voor niet-musici te leren. Er zijn goede en slechte percussieleraren en de huidskleur is zeker niet beslissend ! Er zijn nogal wat Afrikanen die in Europa ontdekken dat ze met trommelles geven geld kunnen verdienen en dan opeens percussionist blijken te zijn ! Ook van les geven zelf hebben ze lang niet altijd kaas gegeten. Menigeen meent dat het voldoende is om als "leraar" ergens tussen je leerlingen te gaan zitten en simpelweg ervan uit te gaan dat je leerlingen je op den duur maar na moeten kunnen doen. Onderwijl amuseert de leraar zich door het spelen van onvatbaar moeilijke dingen zonder zich noemenswaardig over zijn,leerlingen te bekommeren. Enkele proeflessen nemen is meestal voldoende om klaarheid te brengen in de kwaliteit van je leraar. Beslissend over de snelheid waarmee je de ritmes oppikt is hoeveel talent en motivatie je zelf hebt en hoe vaak je zelf, eventueel met anderen, aan de slag gaat om te oefenen.
Verder:
'Iets' waarmee je (gedeeltes) van de lessen op kunt nemen is sterk aan te raden. Alleen al het regelmatig beluisteren van de lessen zal je sneller doen leren. Leg opnameapparatuur op een trui of kussen zodat ze trillingvrij kunnen opnemen. Een simpele tweesporen voice recordertje is al uitstekend mits je bij het afspelen oortjes of een koptelefoon gebruikt. Ook handig is het om mee te spelen of een tegenritme mee gaan spelen. Belangrijkste blijft: Veel luisteren, ook naar CD-opnames van de grote meesters ! Tegenwoordig heb je ook apps zoals de Apple App "Djembeföla". Hierin kun je partijen aan of uit zetten en het tempo veranderen.
Wanneer je twijfelt over jezelf is het verstandig in het begin een instrument te huren. De leraar kan over het algemeen een instrument ter beschikking stellen. Wil je meer weten over waar je op moet letten als je een djembé koopt ga dan naar de djembépagina's. Het stuk is in het engels door mij geschreven en wijst je punt voor punt en zeer uitgebreid waarop je bij aanschaf, onderhoud en bespelen van een djembé moet letten. Een korte Nederlandse versie vindt je er ook bij. Heb je al een djembé en wil je vooral een korte handleiding hoe je er goed mee om gaat en hoe je hem spant lees dan Omgaan met een djembé
Het vervangen van het vel van een djembé wordt ook op dit gedeelte van de site behandeld. Zelfs op een zodanige wijze dat de site wereldwijd bezocht wordt door djembéliefhebbers en vertaald is in vijf talen.
Begin les te nemen en neem de ritmes afzonderlijk op, zoveel mogelijk met de begintekens erbij. Neem ze ook op wanneer ze gezamenlijk gespeeld worden.
Probeer thuis te oefenen. Woon je niet vrijstaand dan kun je grote geluidsoverlast veroorzaken. Zet dan je instrument op een trillingdemper (een stevige droge spons bijvoorbeeld of een dik kussen). Wanneer je een kussentje onder in de djembé stopt demp je in ieder geval al de lage tonen (die zeer ver door huizen en ramen heendringen). Wil / moet je het nog rustiger aan doen leg dan ook nog een dun doek over het vel. Een doun is wat moeilijker te "temmen". Maar een opgerold doek met een elastiek tegen het vel aan de andere zijde van de trommel aanspannen doet al veel. De speelkant kun je dempen met een doek. Veel lol is er dan niet meer aan maar het is beter dan niet oefenen of ruzie krijgen met je buren ! Trommelen is puur geluidsoverlast dus voordat je het veroorzaakt vraag je je maar beter af hoe jij het zou vinden elke dag een uur naar Beierse hoempapa of een jengelend viooltje, trompet of drumstel van een zesjarig kind te moeten luisteren. Veel leuker is het om op een Cajon of de kleinere Cajonito te oefenen. Op de Cajon (= kistje) zit je en je gebruikt de bodem om op te spelen. Je speelt er zowel bassen, tonen als slaps op en nog wel op dezelfde manier als op een djembé. Je kunt voluit gaan (en je spieren ontwikkelen en vingers "harden") zonder de grote geluidsoverlast die gepaard gaat met een echte trommel. Het is zelfs mogelijk een carričre op te bouwen als Cajon speler! Een Cajon maakt een veel bescheidener geluid; daarom kon ik veel makkelijker meespelen met onversterkte instrumenten als saxofoon, of zelfs een Kora. Met een djembé overspeel je al snel de rest in een akoestische band. Ik maakte zelf een Cajon met een iets achteroverliggend membraan (anderen deden dat al voor mij; ook om ergonomische redenen). | |
Heel handig is jezelf met een begeleidingsritme opnemen (daarvoor kun je een muziekrecorder gebruiken zoals de Tascam DR-07mkII). Vervolgens speel je dit af via een open koptelefoontje en speel je de bijbehorende ritmes en eventueel solo’s mee !
Veel naar deze muziek luisteren helpt ook om je ritmische feeling te ontwikkelen. Pik er een instrument uit wat jij zou willen spelen en doe dit ritmisch na door met je vingers ergens tegen te tikken. Wat je vingers kunnen, kunnen je handen ook want uiteindelijk komt de aansturing van de motoriek uit je hersenen ! Wat je niet kunt zingen kun je niet trommelen ! Succes !
Copyright: Inisoft, Gerard P.J.P. van Dijk 2015